Renée Hogeland is in 1954 geboren te Haarlem. In 1981 studeerde zij af aan de Utrechtse Hogeschool voor de Kunsten, met als specialisatie "Monumentale Vormgeving". Direct daarna startte zij haar professionele carrière als beeldend kunstenaar.
Naast reisimpressies, komen vrouwenfiguren, beweging en muziek, al jarenlang als vertrouwde thema's terug in haar werk.
Hogeland schildert primair met gevoel en met passie. Die elementen zijn terug te vinden in haar temperamentvolle manier van schilderen, het kleurgebruik en de onderwerpen die zij kiest. Haar schilderijen, meestal acryl op linnen, ontstaan spontaan al werkend, dus door een intuïtief proces.
Aan het werk in De Koepel
Na korte tijd in Utrecht gewerkt te hebben, schilderde zij vele jaren in Wassenaar. Sinds 2012 woont en werkt zij in Bronkhorst in de provincie Gelderland..
English
Renée Hogeland was born in 1954 in Haarlem. In 1981 she graduated at the Utrecht School of Arts, specialized in "Monumental Design". Immediately after her study she started her career as a professional artist.
For many years familiar themes in her work are travel impressions, female figures, movement and music. Renée Hogeland paints primarily with passion and feeling. These elements are found in her temperamental style of painting, the topics and colours she chooses. Her paintings, mostly acrylic on canvas, arise spontaneously whilst working, by an intuitive process.
For a short time she worked in Utrecht and afterwards she painted for many years in Wassenaar. Since 2012 she lives and works in Bronkhorst (Gelderland).
Interview met Renée
Ik schilder figuratief maar met een groot gebaar. Ik hou van snel schilderen, meestal in acryl of in acryl met inkt. De snelle droging van de verf vind ik heerlijk. Gewoon in zo'n schilderij kruipen. Totaal van de wereld zijn. De reis en zoektocht aangaan. De tussenweg vinden tussen een los geschilderd schilderij dat wel klopt. Proberen om het niet teveel af te maken. Wanneer moet je stoppen en wanneer ga je te ver? Ik ben het helemaal eens met de uitspraak: "In een leeg doek zit al een schilderij, je hoeft het er alleen maar uit te halen".
Schilders als Marlène Dumas vind ik geweldig, vooral haar sepia tekeningen. Ook Kees van Bohemen heeft een mooie snelheid in zijn schilderijen. Isaac Israels en Breitner kunnen mij ook inspireren. Vooral het licht dat zij in hun schilderijen gebruiken. Ik kan door van alles geïnspireerd raken. Een reis, een foto in de krant, een jazzballet, een voorstelling of een film. Ik vind het heerlijk om vrouwen te schilderen. Proberen om iedere keer sterke vrouwen te schilderen die toch elegant, vrouwelijk of exotisch zijn.
Zo heb ik in twee dagen op steigers staan de koepel van restaurant De Koepel in Voorburg beschilderd met zeventien erotische portretten van vrouwen. De toenmalige eigenaar wilde eigenlijk engeltjes, maar dat zijn duidelijk superbengeltjes geworden. Ik kon daarna drie dagenlang niet lopen van al het een en weer geklim op die steigers. Zulke opdrachten zijn geweldig!
Met Pavarotti in 2005
Ook het schilderen van Pavarotti en hem dit portret tijdens zijn persconferentie als enige mogen aanbieden, was bijzonder.
Soms schilder ik bijna doorzichtig en dan gebruik ik weer dikke verf. Ik gebruik pastel kleuren in combinatie met primaire kleuren. Ik hou van groot opzetten en schetsmatig werk. Het moet op afstand spreken, maar ook dichtbij een verhaal hebben. Verder moet je je gevoel gebruiken. Impulsief ergens een vlek neerzetten en weten dat die er goed staat. Ik vind schilderen zo leuk dat ik wel kan blìjven doorgaan.
Het gaat niet alleen om inspiratie. Je moet gewoon werken. Maar je hebt wel momenten dat het heel lekker gaat. Dan hoef je niet na te denken en gaat het penseel vanzelf. Ik zet vaak een schilderij op zijn kop. Dan zie je beter hoe de vormen, kleuren en verhoudingen zijn. Een goed schilderij moet niet alleen afhankelijk zijn van de voorstelling.
Primair met gevoel en passie
Hogeland laat zich inspireren door de wereld zelf; door alles wat zij om zich heen ziet. Haar ambitie is constante vernieuwing en verbetering. Zelf ziet zij haar schilderkunst als een ontwikkelingsproces, waarin zij al doende leert.
Zij bekijkt haar doeken steeds weer op een nieuwe manier. Voor haar moet bij wijze van spreken een figuratief schilderij ook op zijn kop kunnen hangen en dan goed zijn.